Ik had een weekje vakantie en er stonden enkele vistrips op het programma. De eerste vistrip was gepland op dinsdag. Sven en Tony konden mee. Door de felle noordwestenwind waren we genoodzaakt om de beschutting van de Oosterscheldekering op de zoeken. We hadden vloed tot rond 20 u en wilden daarna nog in het donker verder proberen op tong. Uit onze verschillende stekken van de stekkenkaart koos ik er twee uit om op te proberen, stek 1, aan de gele tonnetjes om de vloed uit te vissen en stek 4 om de eerste drie uur van de eb te vissen in het donker.
Op de heenreis even verse zagertjes opgepikt bij Bas in Colijnsplaat en rond 1530 u konden we vertrekken naar onze eerste stek. Vijf minuutjes varen en het geultje dat op die stek ligt, snel gevonden, 60 m bovenstrooms het anker laten zakken en we konden beginnen vissen.
Het was al halftij en de vloedstroom zette al goed door. Al snel werden de eerste aanbeten waargenomen en zoals ik al vreesde waren het kleine wijting en steenbolk die een aanslag op onze aas voorraad pleegden. Ieder jaar vanaf augustus trekken kleine wijtingen en steenbolken de Oosterschelde op (vandaag voor ons wel niet van toepassing, maar die optrek gaat gepaard met het overschakelen van de zeebaars van voedsel, kleine vis, waar ze zich lekker vet mee kunnen vreten voor ze wegtrekken). We hielden echter stug vol met de hoop al een tong of een toonhaai te vangen. Rond 17 u werden we echter getrakteerd op een echt Oosterscheldekadootje, pakken groen en zeewier.
Er kon niet meer gevist worden en we vertrokken daarom sneller dan voorzien naar onze tweede stek, aan de zuidkant tegen de gele boeienlijn aan. Hier staat minder stroming en komt er dan ook veel minder groen langs. Dat bleek ook het geval, alleen konden we niets anders vangen dan steenbolkjes en wijtinkjes. Er zat niets anders op dan het afgaand water af te wachten en het vallen van de avond. Sven had de dag tevoren een flesje wijn gewonnen en daar hebben we dan ook even met zijn drieën van genoten.
Rond 2030 u kwam er terug een beetje stroming en de eerste beet bleek een tongetje te zijn. Zou het dan toch nog goed komen? De twijfel sloeg in de loop van de dag al toe, omdat de berichten van de Oosterschelde enkel maar kommer en kwel waren.
Dit eerste tongetje gaf ons echter weer moed en er werd weer wat fanatieker gevist. Tony had enkele weken tevoren een truukje geleerd en moest die natuurlijk laten zien. Een handige manier om een platvis te onthaken die te diep heeft gelikt. Hij had een plastiek pijpje bij waar hij de tong mee onthaakte. Vol verbazing keken we hoe de tong mooi en gemakkelijk onthaakt werd. Het werkt ook met een houten stokje, potlood, ...
Het werd snel helemaal donker en regelmatig konden we een tong binnenboord halen, mooi tongen die ruimschoots de minimummaat haalden. Tussendoor kwam er ook een ondermaats botje en scharretje boven.
Rond 2230 u had Tony een wel heel zware vis aan de lijn, die echter niet veel beweging vertoonde, mmmh pijlstaartrog? een grote krab? of weer een pak vuil? ...... Het bleek een kreeft te zijn die we vliegensvlug schepten. Wat een beest, ik heb er al enkele gevangen, maar deze was wel heel groot, 55 cm lang. Super.
Kort hierna kreeg ik beet op beide stokken, de ene was een beetje raar, zacht krommer trekken van de hengeltop en zachtjes terugkomen. De andere hengel sloeg iets feller en daar reageerde ik eerst op, een mooi tong ving ik op mijn onderlijntje, een variant op het weegschaaltje.
Snel weer ingeworpen en de andere hengel opgehaald. Al snel werd het me duidelijk, ...SCHEPZAK...., ook hier hing een kreeft aan. En inderdaad, konden we onze tweede kreeft van de avond binnenboord verwelkomen. Ook zo'n groot exemplaar. Rond 0100 u zijn we op een intussen platte Oosterschelde terug naar de haven gevaren, omdat de dag erna de wekker al redelijk vroeg afliep voor enkelen van ons.
Een reeks mooie tongen, twee kreeften en een leuke avond met wat vrienden. Toch niet verkeerd die Oosterschelde, zeker als je weet dat buiten vissen vandaag totaal niet ging.