‘Inleiding’
Het dorpje Doel, een milde herfstdag. Ik zit
rustig te vissen op de steiger waar het veerpont in de zomer de fietsers
overzet vanuit Lillo. Er zijn ook redelijk wat wandelaars op de dijk en de
meeste passanten kijken bedenkelijk naar me. Ik hoor het ze zo denken; ‘Wat ne rare kwiet, hier zit toch helemaal
gene vis in’t Scheld?´ Een enkeling stelt me echter de klassieke vraag; ‘En, al wat gevangen?’Ik vertel hem: ‘Toch al enkele botten, een tongetje en een
paling.’ Verbaasd wandelt hij verder, waarschijnlijk vertelt hij dit straks
verder en zijn er maar weinig mensen die hem geloven. Maar het is effectief zo,
de Westerschelde tussen de grens met Nederland en Antwerpen is heel visrijk en
er zijn mooie visdagen te beleven langs de oevers van de Schelde.
 |
| Er zijn meer vissoorten te verwachten dan je denkt. |
‘De lichtjes van de Schelde’
Bobbejaan Schoepen bezong de Schelde al in
1952, een rivier die ontspringt in Gouy, Frankrijk. Langs verschillende
Belgische steden kronkelt deze stroom via Antwerpen naar Nederland om hier ter
hoogte van Vlissingen uit te monden in de Noordzee. Een rivier met een enorme
stroming, waar de getijdeninvloed tot ver op Belgisch grondgebied waar te nemen
is. Deze rivier heeft een enorm potentieel voor ons zeevissers. Mede door de
verbeterde waterkwaliteit van de laatste jaren, trekken de vangsten hier zelfs
nog aan. Al hoewel er ca 25 vissoorten voorkomen in dit gedeelte van de Schelde
zijn de soorten die er te vangen zijn wel beperkt. Het is zoals zovele
estuaria, een kraamkamer voor een hele rits vissoorten. Je kunt er met redelijk
succes vissen op bot, aal, tong, wijting en gul. Ik heb de studies, gemaakt
door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek van de laatste 6 jaren eens
goed gelezen en hieruit blijkt dat de visrijkdom van de rivier er enorm op
vooruit gaat de laatste jaren. Ook is de waterkwaliteit sinds 2007 in stijgende
lijn. Vooral bot en tong overheersen. Alleen de vangst van aal nam sterk af,
maar dat is in al onze wateren een feit. Hoewel er een heel jaar door vis te
vangen is, trekt de visserij vooral aan vanaf september en die loopt tot ver in
het voorjaar door. Aangezien de Westerschelde als toegang van de Antwerpse
Haven voldoende diep moet blijven, wordt er voortdurend gebaggerd. Hierdoor
kunnen de soorten ook heel gemakkelijk op en af de rivier trekken. Vooral bot
kan heel het jaar goed gevangen worden. Tong trekt in april de Westerschelde op
om te paaien en is dan ook een veel voorkomende soort. Zoals je verder zult
lezen kun je ze zelfs in de winter aan de haak slaan. Volgens diezelfde studies
is de tong zelfs het meest voorkomende, al moeten we er wel bij bedenken dat
het hier om veel jonge exemplaren gaat. In het najaar trekken gul en wijting de
Westerschelde op om zich tegoed te doen aan de alom aanwezige garnaal en
steurgarnaal. Die zijn dan goed te vangen totdat de eerste strenge vorst
intreedt. Na een periode van strenge vorst vallen de vangsten wat terug en kun
je enkel achter de sluizen nog goed vangen. In het voorjaar trekken de vangsten
dan weer terug aan
In dit artikel ga ik dieper in op de
kantvisserij op de Westerschelde tussen Antwerpen en de grens met Nederland. Op
dit stuk rivier zijn er talloze stekken waar je leuk kunt vissen, soms zelfs
vanuit de auto. Dit maakt deze stekken ook enorm geschikt voor de vissers die
niet zo goed te been zijn. Ook met kinderen zijn deze stekken een goede keuze.
 |
| Industriële omgeving |
‘Volg altijd de wetgeving’
Om hier te mogen vissen moet je ervoor zorgen
dat je de juiste vergunning in handen hebt. Je hebt er één nodig om hier te mogen vissen. Een visvergunning van het Vlaamse Gewest, te
koop op elk postkantoor of online. Dit is dan telkens voor 1 lopend jaar geldig.
‘Een heel arsenaal aassoorten’
Aangezien de Schelde hier zo visrijk is, moet
er voor al die vissen dan ook heel wat te eten zijn. En inderdaad, er is een
heel arsenaal aan mogelijke aassoorten te gebruiken. Voorop staat ter plekke
gevangen steurgarnaal en gewone garnaal. Als je deze levend aan de haak zet,
brengt dit altijd vis op. Ook als je last hebt van krabben, zit je met dit aas
goed. Verder zijn er ook de traditionele zeeaassoorten zoals zeepieren,
kweekzagers en slikzagertjes. Stukjes Braziliaanse made, haring en zachte
krabben zijn ook een goede aanvulling, vooral voor de grotere exemplaren bot en
paling.
Garnaal en steurgarnaal kan je makkelijk zelf
vangen met een garnalennet dat je in de kant met wat visafval laat zakken. Na
enkele minuten haal je het op en je kunt beginnen vissen. Als je hier met je
zoon of dochter komt vissen, is dit al een heel leuke bezigheid op zich voor
ze. Soms zitten er ook kleine krabbetjes en kleine visjes in het net. Zo ving
ik al eerder kleine horsmakreel, zeebaars en haring in het netje.
 |
| Steurgarnaal |
‘Stekkenoverzicht’
Hieronder geef ik een overzicht van enkele
mogelijke stekken. Er zijn er nog veel meer, dat is zeker. Het voordeel is dat
je bij elke windrichting lekker beschut kunt vissen. Zelfs bij een stormachtige
wind, vind je hier geheid stekken met wind in de rug. Je kunt er zelfs op veel
stekken vanuit de auto vissen. Er zijn twee zaken die je echter in het oog moet
houden. In de buurt van de sluizen kun je last hebben van lichters die even
tegen de kade komen te liggen in afwachting van hun beurt om in de sluis te
varen. Ook vaart in dit gebied regelmatig een peilboot en een baggerboot om de
aanvoerroute naar de sluizen voldoende diep te houden. Zie je ze bezig, kies je
stek dan voldoende uit de buurt. Komen ze op je stek, verkas dan, want meestal
hebben ze wel een tijdje werk.
 |
| De laatste jaren komt er terug meer paling voor. |
Algemeen geldt voor alle stekken dat je er
goed bot kunt vangen. Door te gaan variëren in je aas, kun je echter selectief
vissen en andere soorten vangen. Zo maak je met zandzagertjes en kweekzagertjes
iets meer kans op tong. Vis je met haring als aas, dan vang je de grotere
exemplaren bot en paling. Ook krijg je hier soms een snoekbaars mee aan de
lijn, vooral in de buurt van de sluizen. Met de garnaal en steurgarnaal vang je
meestal bot, aal, gul, steenbolk en wijting. Gebruik, als er grotere bot op de
stek is, altijd grote haken maat 1. Hierdoor krijg je de kleinere exemplaren
niet aan de haak. Voor tong ben je dan weer beter af met een haakje maat 6 of
4.
De gewone strandhengel waar je 150 gram mee weg kan zetten, voldoet op alle stekken. Tegen de sluizen en achter de sluizen kun je ook uit de voeten met 80 gram en daar kun je dus lichter vissen met bijvoorbeeld een zware karperhengel. De gewone onderlijn met of zonder korte afhouders is een goede keuze. Pareltjes, denk aan fluorescerende, en sequins brengen zeker vis op, al denk ik dat door het meestal ‘vuile’ water je hier geen meervangst door hebt. Vasthangen doe je bijna nooit op deze stekken, want je vist er meestal op een modderbodem. Vis je op een stek waar een kans op gul bestaat, zorg dan voor een dropnet om de vis boven te krijgen. Bij laagwater is het soms meer dan 6 meter omhoog takelen. Om de juiste getijden te kennen, zit je met de tabel van Prosperpolder goed. Op de bijgevoegde kaart kun je de stekken terugvinden en bij elke stek staat de straatnaam die je kan ingeven in je gps-toestel om ze terug te vinden.
De gewone strandhengel waar je 150 gram mee weg kan zetten, voldoet op alle stekken. Tegen de sluizen en achter de sluizen kun je ook uit de voeten met 80 gram en daar kun je dus lichter vissen met bijvoorbeeld een zware karperhengel. De gewone onderlijn met of zonder korte afhouders is een goede keuze. Pareltjes, denk aan fluorescerende, en sequins brengen zeker vis op, al denk ik dat door het meestal ‘vuile’ water je hier geen meervangst door hebt. Vasthangen doe je bijna nooit op deze stekken, want je vist er meestal op een modderbodem. Vis je op een stek waar een kans op gul bestaat, zorg dan voor een dropnet om de vis boven te krijgen. Bij laagwater is het soms meer dan 6 meter omhoog takelen. Om de juiste getijden te kennen, zit je met de tabel van Prosperpolder goed. Op de bijgevoegde kaart kun je de stekken terugvinden en bij elke stek staat de straatnaam die je kan ingeven in je gps-toestel om ze terug te vinden.
De
stekken
Stek 1 Zandvlietsluis. Noordkant (niet meer toegankelijk)
GPS.: Zandvlietweg, Antwerpen
Hier staat meer stroming bij afgaand tij. Hier
vis je in water dat ca 15 meter diep is.
Eind september maak je hier kans op een leuke
bijvangst van mooie paling. Aan deze kant heb je wel het meeste last van de
lichters die af- en aanmeren ter afwachting van hun beurt in de sluis.
Stek 2 Berendrechtsluis. Zuidkant (niet meer toegankelijk)
GPS.: Berendrechtweg, Antwerpen
Op deze stek heb je meer stroming bij vloed,
zeker op de stekken verder van de sluis. Ankerlood van 130 gram is hier dan ook
aangewezen. Als je vist op de plaats waar de kaaimuur een knik maakt, probeer
dan ook eens op een tiental meters uit de kant. Vis je dichter tegen de
sluizen, dan is haring als aas een goede keuze.
Stek 3 Schelde zuidkant Berendrechtsluis (niet meer toegankelijk)
GPS.:Berendrechtweg, Antwerpen
Je vist hier vanaf het gras naast het hekken
van de containerterminal. Hier werp je vol in de Schelde en enkel bij eb is er
goed te vissen. Omdat de stek maar een tiental meter breed is kun je er maar
met 2 man vissen. Gebruik hier zeker klapankerlood van 150 gram of zwaarder. De
aanbeten zijn hier heel fel en later in het seizoen is hier een redelijke kans
op gul, wijting en steenbolk, vooral in het donker.
Stek 4 Berendrecht en zandvlietsluis.
Tussen de sluizen (niet meer toegankelijk)
GPS.:Potpolderweg, Antwerpen
Hier is vooral bij een zuid- tot
zuidoostenwind leuk te vissen. Er is hier in het verlengde van de kaaimuur een
talud. Dit is een heel goed stek. Werp je westwaarts richting de gele boei, dan
maak je veel kans om tong te vangen. De periode rond hoogwater is hier het
beste. Ook is er meer activiteit te zien als er water uit de sluis gelaten
wordt.
Stek 5 Doel steiger
GPS.:Scheldemolenstraat, Doel, over de dijk
wandelen.
Dit is ook een heel goede stek. Hier werp je
recht in de vaargeul en na de eerste vorst blijf je hier nog het langst vis
vangen. Er staat een leuke stroming en gebruik dan ook altijd klapankerlood. Er
is maar plek voor 2 vissers. Door het diepe water maak je hier ook kans op gul,
zelfs kabeljauw. In het najaar zijn er met de boot op minder dan 500 meter van
de steiger enkele exemplaren gevangen van 7 pond. Tijdens de kentering nemen de
aanbeten even af, maar zodra de stroming terug komt, is er terug actie.
Experimenteer hier in de zomer ook eens met een steurgarnaal aangeboden onder
een dobber tegen de palenrijen. De stek ruikt gewoon naar zeebaars.
Stek 6 Lillo steiger
GPS.:Stroomstraat, Lillo, parkeren en over de
dijk wandelen.
Alleen het eerste plateau is vooral te
bevissen twee uur voor en na hoog water. Op de steiger zelf mag je niet vissen.
Een goede stek voor bot, zeebaars en aal. In vol tij staat er hier enorm veel
stroming en moet je soms grijpen naar 170 gram ankerlood of zwaarder. Kies een dag
uit dat het hoge water in het donker valt. Je vist hier maar op enkele meters
diepte. Werp steeds tegen de stroming in, op deze manier houd je veel
makkelijker bodem in de felle stroming.
Stek 7 Deurganckdok kop (niet meer toegankelijk)
GPS.:Geslecht, Beveren, helemaal ten einde
rijden.
Op deze stek tref je ook dieper water en heb
je vooral bij eb wat stroming. Het hele arsenaal aan vissoorten kun je hier
vangen. Aan de oostzijde is een leuk talud. Hier kun je over laag water vissen
en je werpt hier direct in de vaargeul. Op deze stekken worden elk jaar leuke
gullen gevangen.
Stek 8 Boudewijn en Van Cauwelaertsluis
GPS.:Boudewijnsluis, Antwerpen
Hier vang je enkel bot en paling. Enkel de
oostzijde van de sluizen is te bevissen vanuit de auto. Soms vang je hier na
een periode van hevige regenval ook af en toe snoekbaars. De zoutgrens schuift
dan wat op en je merkt dan dat de zeevis het een beetje stroomafwaarts gaat
zoeken.
Stek 9 Kallosluis
GPS.:Singelweg, Beveren
Er is bot en paling te vangen op deze stek. Je
kunt er aan beide kanten van de sluis vissen waardoor het met elke windrichting
beschut vissen is. Ook hier maak je na hevige regenval kans op snoekbaars. Er
staat weinig stroming en een zware karperhengel voldoet dan ook.
Stek 10 Kerncentrale
GPS.:Zoetenberm, Doel, de dijk over en
wandelen tot het hek van de kerncentrale
Hier moet je heel verre worpen doen, zeker 120
meter plus en dan bereik je de geul waar er invloed is van het koelwater van de
Kerncentrale Doel. Hier zit heel het jaar door veel vis, vooral kleinere. Hier
heb je wel last van krabben.
Stek 11 en 12 achter de sluizen
GPS.: Kanaaldok B3 Oostkaai (stek 11) en
Potpolderweg (stek 12), Antwerpen
Je vist hier in het kanaaldok. Vooral in de
winter, na een strenge periode van vorst maak je hier de meeste kans op bot en
zelfs tong. Hier blijf je eigenlijk heel de winter door vangen. De steurgarnaal zoekt
hier in het diepere water de warmte op. De vis volgt natuurlijk op zijn beurt.
Hier is geen eb en vloed. Je hebt dus ook geen stroming. In de zomer is dit ook
een heel goede stek voor paling.
Nuttige adressen:
Hengelsport Hielkema in Putte-Kapellen, Rik
geeft je altijd up to date informatie over de vangsten op deze stekken. Hier
kun je altijd terecht voor je aas en je wordt bediend met een brede glimlach.
Interessante
links:
