Een vissoort die de laatste jaren weer veel
gevangen wordt voor onze Belgische kust. De bot kan zo een 60 cm lang worden, hoewel de
gemiddelde lengte tussen 30 cm
en 40 cm
zit. De minimummaat voor onze kust is 25 centimeter . Het Belgisch
record staat al sinds 1975 op 1.8
kg en 57
cm , gevangen voor de kust van Oostende. Hij is nauw
verwant met de schol, maar is eigenlijk vrij snel te onderscheiden van de
andere voorkomende platvissoorten. Als je over zijn rug wrijft, voelt de huid voelt
ruw aan in alle richtingen, ter hoogte van de zijlijn en vooral net achter de
kop staan kleine knobbeltjes. De kleur varieert van lichtbruin tot bijna zwart
aan de bovenkant. Soms komen er ook oranje stippen voor, al is dit niet altijd
zo. Bot kun je voor onze kust verwachten tot circa 25 meter diep, al komt hij
meer voor op ondiepe zandbanken, waar hij modderige bodems opzoekt.
‘bot’
In het voorjaar, na het paaien, zijn ze heel
mager, maar ook heel uitgehongerd. Tijdens de zomer zijn de vissen weer helemaal
in topconditie en worden er meer en meer kleinere exemplaren gevangen. In het
najaar zijn de vissen moddervet en brengen dan ook veel gewicht op de schaal.
Hier zijn de wedstrijdvissers natuurlijk extra opgetogen mee. Met vangen van
enkele botten, kun je dan daadwerkelijk hét verschil maken op een wedstrijd.
Het ondiepe water voor onze kust warmt snel op
en daarom zullen we ze ondiep aantreffen in het voorjaar. We zullen dus meestal
ondiep vissen waar voor een lichte uptide hengel of een sea quiver het
aangewezen materiaal zijn. De aanbeten van de bot zijn meestal heel fel en ook
tijdens de dril trekken ze lekker door. Voor deze visserij kom je eigenlijk
goed weg met het gebruik van nylon als hoofdlijn. Enkel in het vroege voorjaar
als de watertemperatuur nog laag is, zullen de aanbeten minder fel zijn. Soms
is dan één droge tik op de hengeltop het teken dat een bot het aas heeft
genomen. Op deze momenten verkies ik dyneema op de molen om toch die ene beet
registreren. Om de felle rukken van de bot tijdens de dril op te vangen kun je,
bij gebruik van dyneema hoofdlijn, een voorslag van ongeveer 6 meter in nylon gebruiken.
Een goede voorslagknoop om dyneema en nylon te verbinden is de mahinknoop. Hoe
kunnen we nu selectief op bot vissen? Een eerste factor is het gebruik van de
juiste onderlijn. Er zijn twee verschillende onderlijnen die ik graag inzet
voor het bevissen van bot. De eerste is een onderlijn voorzien van plastiek
afhouders, de zogenaamde borstelafhouders, geel of rood en het liefst de verlengde
versie. De verlengde afhouder geeft extra vermogen om ook tijdens de felste
stroom mooi uit te blijven staan. Ik zet de afhouders 60cm uit elkaar met
hieraan een haaklijn amnesia 6.8
kilo en haakmaat 2 tot 1/0.
Aangezien bot een echte zichtjager is, reageert
hij heel goed op fluorescerende kralen in de kleuren geel/oranje boven de haak.
Experimenteer eens met drijvende en gewone parels, soms is er een duidelijk
verschil in vangsten.
De tweede is een wapperlijn, gebaseerd op het ‘Italiaanse
systeem’. Zoals je op de foto kan zien, is ook deze onderlijn goed voorzien van
de nodige kralen en spinnerbladen. Deze vis ik, bij voorkeur, achterop de boot
onder een hoekafhouder.
‘montage van de hoekafhouder’
‘wapperlijn voorzien van de nodige kralen’
Deze lijn is 180 centimeter lang
en hiermee kunnen we mooi downtide vissen. Door het gebruik van het juiste
loodgewicht kunnen we deze onderlijn met de stroming mee laten voeren. Het lood
moet juist voldoende zijn om op de bodem te blijven liggen, bij het opheffen
van het lood zal dit verder met de stroming meegevoerd worden. Ook op deze
onderlijn gebruik ik amnesia haaklijntjes en haken maat 1 of 1/0. Met deze
techniek zoeken we als het ware de bot op.
‘gevangen op een wapperlijn’
Op de stekken waar we bot verwachten komt ook
regelmatig gul en kabeljauw voor. Het gebeurt dus regelmatig dat we wat forsere
vissen aan de lijn krijgen. Vooral in de maanden november, december en maart
komt dit geregeld voor. Zorg er in deze periode voor dat de haken die je gebruikt,
stevig zijn. Een goede haak is bijvoorbeeld de Gamakatsu F314. De haak mag best
een fors kaliber hebben, maat 1/0 is dan zeker geen verkeerde keuze. Gebruik
dan ook voor de haaklijntjes iets sterker nylon.
‘soms
ook leuke gul tussen de botten door’
Als tweede factor is vooral de manier van aas
aanbieden heel belangrijk. Hiermee kunnen we door kleine aanpassingen te doen,
meer aanbeten uitlokken. Als we in het voorjaar op dieper water vissen, zal de
aanbeet van een bot heel miniem zijn. Door het koude water is de vis minder
actief en zal er soms maar één enkele korte aanbeet zichtbaar zijn. Dit is een
groot verschil als we ondieper liggen. Hier zullen de vissen veel actiever aan
het azen zijn (warmer water) en zullen de beten dus ook heel fel zijn. Als de
zeewatertemperatuur verder oploopt, worden de botten steeds actiever. Het
actief binnenvissen van de onderlijn lokt dan veel aanbeten uit. Tijdens de
kentering heb je hiervoor een bollood van 100 tot 150 gram nodig. Werp zover mogelijk van de boot af en vis de
onderlijn met tussenpozen van een minuut stilletjes binnen. Aanbeten komen
meestal bij het opnieuw verplaatsen van de onderlijn. Door telkens de worp een
beetje meer naar links of rechts te doen, vis je een heel groot gebied af. Wil
je de vis opzoeken als er meer stroming staat kun je met een ankerlood met
stevige en korte ankers uit de voeten. Door regelmatig het lood te verslepen,
vis je ook nu een heel gebied actief af. De korte stevige ankers plooien niet
uit en zorgen steeds weer voor een goed verankerde onderlijn. Deze techniek
werkt trouwens niet alleen goed voor bot, ook schar en schol vallen wel voor
een actief geviste onderlijn.
Een derde factor is het gebruikte aas. Vooral
tappen, zagers en zeepieren zijn goed aas. Op bepaalde stekken is tafelmesheft
een goede aanvulling om mee te combineren.
‘perfect aangeboden zager’
Nico