Een vissoort die alom tegenwoordig is en
waarschijnlijk het meest gevangen wordt voor de Belgische kust, zeker de
laatste jaren, is de schar.
De schar is een platvis die zo een 40 cm lang
kan worden, maar de gemiddelde lengte ligt zo rond de 27 cm. De minimummaat is
23 cm. Maximaal gewicht is ongeveer 1 kilo. Gemiddeld wegen ze echter zo 150 a
250 gram. Hij is snel te herkennen. Als je over de bovenkant wrijft is deze ruw
van de staart naar de kop en andersom is hij zacht. Meestal heeft de schar een
bruingroene kleur, met soms enkele gele vlekken aan de bovenzijde en een witte
onderkant. Deze platvis is te vinden op een zanderige bodem tussen 10 en 30
meter. Hij voedt zich vooral met kleine
schaaldieren en wormen. Tegenwoordig kun je in elk seizoen wel schar vangen aan
onze kust, maar de uitgesproken maanden zijn april, mei en juni. Dan lijkt de
bodem soms wel drie dik bezaait met schar en is het echt hard werken geblazen
als je aan het vissen bent. Tijdens de wedstrijden van het VVBZ, die voor de
kust worden gevist, komen vangsten van 100 stuks met één hengel op een visdag
regelmatig voor.
Te gebruiken materiaal is een lichte uptide
hengel of seaquiver naargelang de stroming. Als hoofdlijn op de molen kun je
kiezen voor dyneema of nylon. Tijdens de volle stroming is dyneema een goede
keuze, omdat je dan met minder lood en dus lichter kunt vissen. Bij het vallen
van de stroming en tijdens de kentering, kan het gebruik van nylon als
hoofdlijn ervoor zorgen dat de onderlijn toch tegen de bodem gedrukt wordt.
Hierdoor komt je onderlijn sneller tegen de bodem, waardoor het aas sneller in
de ‘feeding zone’ zal komen.
Schar is eigenlijk een gemakkelijk vangbare
vissoort voor iedereen, en dit is dankzij zijn massale aanwezigheid op bepaalde
momenten en stekken. De meest gangbare onderlijn om schar te vangen is een
klassieke onderlijn voorzien van fijn stalen afhoudertjes van 15 tot 18 cm, die
niet te ver uit elkaar staan, voorzien van een haakje maat vier tot één. Bij
minder stroming geven de kunststoffen afhouders soms iets betere vangsten.
Goede haaksoort is de Kamasan B940 of de Mustad BLN 32813. Haaklijntjes met een
trekkracht rond de vijf a zes kilo volstaan. Het helpt heel vaak om een
verzwaarde onderlijn te gebruiken. Dit is een onderlijn waar er verzwaring is
voorzien aan de afhouders. Een olijfloodje van 5 tot 10 gram aan elke afhouder
vastzetten zoals op de afbeelding hieronder. Door deze manier van aasaanbieding
wordt het aas tegen de bodem aangeboden, waar de schar vooral zijn voedsel
zoekt. Door het gebruik van een verzwaarde onderlijn ligt je aas ook heel stil
tegen de bodem. Als je geen onderlijnen bij hebt met vaste loodjes, kun je ook
een Catherine-loodje van ca 30 gram plaatsen boven de onderlijn. Voordeel
hiervan is dat je snel kunt wisselen tussen een verzwaarde en niet verzwaarde
onderlijn. Ook het gebruik van gele pareltjes op de haaklijn kan een extra
aantrekkingskracht hebben op schar.
Begin te
vissen met haken met en zonder parels en vergelijk de vangsten, zo vind je al
snel een patroon en kun je de andere haaklijntjes hieraan aanpassen.
Aangewezen aassoorten zijn vooral Franse tappen,
vers en diepgevroren, zeepieren, vers en gezouten, zagers (deze mogen gerust al
enkele dagen oud zijn), tafelmesheft, stripjes haring en makreel. Nu denk je vooral dat de schar één van de vissoorten is
die je vangt op eender welk aas. Niets is minder waar. Ze hebben soms echt de
voorkeur voor één bepaalde aassoort. Met haring en makreelstripjes kun je soms
heel selectief vissen en enkel de grotere exemplaren vangen.
De schar is niet de meest tot de verbeelding
sprekende vissoort waar je een geweldige dril aan beleeft. Echter de felle
aanbeten en soms fantastische vangsten maken deze kleinere platvissoort tot één
van mijn persoonlijke favorieten voor onze Belgische kust.