Een avondje op wetenschappelijk onderzoek uit.
Naar aanleiding van een
artikel dat verscheen in Zeehengelsport over kantstekken op het Belgische deel
van de Westerschelde, zeg maar tussen Antwerpen en de grens met Nederland, kwam
ik in contact met Mark Staut. Hij stuurde me een mail waarin hij het volledig
met me eens is dat de visserij op dit deel van de Westerschelde zwaar
onderschat is. Er is immers een enorme soortenrijkdom in dit stukje water. En
de laatste jaren is hier alleen maar verbetering in te merken. Iemand als Mark
kan dit perfect weten, want hij is vrijwilliger voor INBO. Op hun site: http://www.inbo.be/content/homepage_nl.asp
vind je allerlei rapporten met de resultaten van de onderzoeken, die ze in de
loop der jaren publiceerden.
Mark vist eens per maand met
een dubbele schietfuik van INBO en noteert dan precies naar soort en lengte wat
er allemaal in de fuik zit.
Mijn vraag om dat eens een keertje van dichtbij te mogen meemaken, vond
Mark een geweldig idee. Half juni mailde Mark me dat hij een fuik had uitgezet. De fuik blijft
24 uur liggen en wordt daarna gelicht. Dit gebeurt zo om een vaste basis te
hebben voor de statistieken. De volgende avond troffen we elkaar dus aan de Westerscheldeoever
ongeveer ter hoogte van de Kallosluis rond laag water.
Toen we arriveerden, was het
water al ver genoeg weggetrokken om de fuik te lichten. Terwijl Mark de fuik
uit het water haalde bleef ik even genieten van de drukke scheepvaart die over
de Westerschelde naar heinde en ver aankomt en vertrekt. De schepen komen hier
op ongeveer 80 meter
uit de kant voorbij. De vaargeul ligt hier dus vlakbij. De inhoud van de fuiken
wordt eerst in een bak met zeewater gezet. Hierna worden de vissen geteld, gemeten
en terug in de Schelde gezet. We merkten onmiddellijk dat in de vloedfuik
veel minder vis zat dan in de ebfuik. Ik concludeerde hieruit dat er meer activiteit moest geweest zijn tijdens het
afgaand water. Misschien kwam dit doordat het 's nachts rond de 4
graden geweest was, redelijk koud dus. Hierdoor kan het voorkomen dat de
vis minder op het koude gedeelte van de plaat trekt.
Het meten en noteren ging
met zijn drieën heel vlot. Normaal doet Mark dit alleen en het afwisselend
meten en opschrijven is heel tijdrovend. Hij heeft er standaard formulieren
voor waar alle voorkomende vissoorten op vermeld staan en in verschillende
kolommen kun je dan de aantallen zetten. De mooiste vis die bij de vangst van
vandaag zat was een paling van ca 50
cm .
Deze zwaar overbeviste soort zit wel regelmatig in de fuiken, maar niet
meer in de aantallen van vroeger. De twee meest voorkomende vissoorten die
avond waren bot en brakwatergrondel. Tussen de botten waren enkele mooie
exemplaren waar wij als sportvisser heel blij mee zouden zijn. Een verrassing
voor veel vissers is het voorkomen van tong in dit gedeelte van de Schelde. Ook
vandaag zat er een tong in de fuik, net niet maats. Er komt ook veel kleine
tong in de fuiken voor, vooral in het voorjaar. De tong trekt de Schelde dan
ook op om te paaien. Er zit dus enorm veel tong tot 20 cm in de Westerschelde.
Ook bot van deze lengte komt hier veel voor. Vooral de maanden september
tot de eerste vrieskou merkt Mark een piek in de bot- en tongvangst. Vandaag
zaten er ook heel wat spieringetjes in de fuik, die zijn hier geboren en
blijven hangen tot ze groter zijn. Hierna trekken ze terug naar zee. Het
driedoornig stekelbaarsje komt hier ook voor en die twee laatste duiden toch
echt wel op een verbeterde waterkwaliteit van de Schelde. Er zat ook al eens een zeenaald in de fuik en
ook dit is een speciale vangst.
Andere speciale vangsten die soms voorkomen zijn onder andere slakdolf,
zwartbekgrondel, snoekbaars, baars, blankvoorn, steenbolk, …Vanavond zaten de
volgende vissoorten in de fuik: bot, brakwatergrondel, driedoornige
stekelbaars, paling, spiering, tong, strandkrab, steurgarnaal. Ook haring en
diklipharder komen regelmatig voor in de fuiken.
Als je trouwens de
jaarverslagen van INBO gaat nalezen van de laatste jaren merk je echt wel dat
de verbetering zich ook vertaald in de vangsten van de fuiken van de
vrijwilligers. Ook de sportvisser geniet hiervan mee natuurlijk. De vissoort
waar we hier allemaal nog op wachten is fint. Deze soort trekt al veel jaren
veelvuldig het Europoortgebied binnen en kan daar succesvol bevist worden.
Hopelijk zet de trend in de verbetering van de waterkwaliteit zich voort en
kunnen we binnen enkele jaren ook in België deze leuke sportvis belagen. Ze
worden al gevangen tot ter hoogte van Walsoorden, Nederland.
Hieronder een fotoverslag
van het avondje.
de stek
bij eb kunnen de fuiken gelicht worden
de vangst in een grote bak
mooie bot
driedoornig stekelbaarsje
mooie tong
alles word nagemeten....
en genoteerd
kleine spiering
de grootste bot
halve meter aal
de eindstand
dubbele schietfuik